De Zoektocht

2 april 2024

Dit jaar besloot ik om weer te gaan schrijven. Ik had een concreet en haalbaar plan bedacht en hield me aan het plan. Tenminste de eerste anderhalve maand. Na anderhalve maand besloot ik namelijk om de eerste versie van een aantal pagina’s te laten lezen aan mijn man. Ik kon niet wachten op zijn reactie om mijn schrijfstijl verder bij te schaven. Een week later had hij het nog steeds niet gelezen. Ik drong erop aan dat hij het zou lezen. Hij beloofde het die avond te doen en de volgende ochtend stond ik naast zijn bed om het wakker te maken met de vraag wat hij van mijn geschreven pagina’s vond. Hij had even een moment nodig om wakker te worden en gaf toen te kennen dat we er nog maar eens verder over moesten praten. ‘Ok, niet goed dus’, was mijn eerste gedachte. We vervolgden ons ochtendritueel. Vervolgens vertrok mijn man naar zijn werk en ik bleef gefrustreerd achter. In mijn frustratie besloot ik maar gelijk twee boeken over het schrijfproces te kopen van bekende schrijvers. Ik had kennelijk nog veel te leren.

 

Blokkade
In de maand die volgde was ik uit mijn doen. Ik was afgeleid en gefrustreerd. Gedurende de dag dacht ik na over het schrijfproces. Ik legde vele kilometers af in de fysieke wereld, terwijl ik in mijn hoofd rondjes bleef draaien. Op alle rustige momenten dacht ik na over schrijven, zelfs tijdens oninteressante gesprekken (sorry). En nee, ik dacht niet na over de inhoud van wat ik ging schrijven, maar over het proces (wat nu overigens ook inhoud is geworden). Op de momenten dat ik wel kon schrijven voelde ik me tijdelijk opgelaten. Tijdelijk is het kernwoord in deze zin: het ging goed, totdat ik na drie kantjes besloot dat het allemaal slecht was en ik beter opnieuw kon beginnen. Ik ben zelfs meerdere keren opnieuw begonnen aan deze blog (wat overigens maar goed is ook, want dit is de eerste keer dat ik eerlijk ben).

Na een aantal weken van frustratie besloot ik dat mijn probleem lag in ‘perfectionisme’. Ik was er nog niet helemaal over uit of ik te perfectionistisch aan het schrijven was en daardoor mijzelf blokkeerde óf dat ik te perfectionistisch over mijn schrijven was waardoor ik alles wat ik had geschreven slecht vond. In eerste instantie geloofde ik het eerste en vertelde ik mezelf dat het maar goed was dat ik nu boeken las over het creatieve schrijfproces. Ik had nog een hoop te leren. Mijn schrijven ging langzaam. En dan heb ik het niet over schildpad langzaam, maar over slak langzaam. Het was zo langzaam dat het niet eens in de normale termen van pagina’s per dag uitgedrukt kon worden. Ik raakte ervan overtuigd dat ik toch echt iets faliekant verkeerd deed. Hoe anders kun je zo langzaam schrijven? Ik was overigens op dat moment te blind om te kunnen inzien dat ik niet hoofdzakelijk aan het schrijven was. Ik was onderzoek aan het doen om mijn thema (non-fictie) uit verschillende kanten te kunnen belichten. Informatie verzamelen, lezen, ordenen en weer opschrijven kost nu eenmaal tijd.

Na de eerste fase waarin ik dacht dat ik nog veel te leren had en ik als een gek boeken over  schrijven verslond, realiseerde ik me echter dat mijn probleem op een heel ander vlak was. In het boek write for life van Julia Cameron las ik een stukje over toxische feedback. Ik huilde. Niemand had mij feedback gegeven op mijn schrijven. Niemand. En toch dacht ik dat ik waardeloos schreef op basis van een uitnodiging van mijn man om nog eens inhoudelijk naar mijn geschreven tekst te kijken. Hij wilde kennelijk mij verder helpen door de tijd te nemen om feedback te geven. Al die tijd had ik gedacht dat ik waardeloos schreef. Het was echter niet iemand zijn mening geweest, maar mijn eigen zelftwijfel. Mijn emoties waren echter met mij aan de haal gegaan en hadden me verteld dat ik toch wel echt superslecht had geschreven. Ik kon het niet laten om een link te leggen met de romantische films en series van deze tijd, die allemaal gebaseerd zijn op slechte communicatie. Een relatie loopt goed, totdat er iets gebeurt. In plaats van het onderwerp als normale volwassen mensen uit te praten, vlucht één van de twee geliefden altijd weg. Natuurlijk komt het altijd op het laatste moment goed, bij voorkeur op een vliegveld of treinstation om te benadrukken dat de tijd dringt. Dit is de hele reden dat ik naar deze films kijk: ik hou van een goed einde. Dat neemt echter niet weg dat ik altijd met kromme tenen kijk naar de ‘probleemfase’ in de relatie, doorgaans een kwartier voor het einde van de film. Ik begrijp dat het bedoeld is om nog enige spanning in de film te brengen, maar toch vraag ik me altijd af: waarom? Waarom kunnen de geliefden zo succesvol zijn op alle terreinen van hun leven en niet in staat zijn om als volwassen mensen te communiceren met elkaar? En nu maakte ik mezelf schuldig aan precies hetzelfde. Ok, dat is overdreven. Het is niet precies hetzelfde, maar het ligt wel in dezelfde lijn. Ik interpreteerde namelijk de woorden van mijn man verkeerd en liet mij leiden door mijn emoties, in plaats van een normaal volwassen gesprek erover te voeren. Waarom? Wellicht om exact dezelfde reden als geliefden in een film: pijn zorgt ervoor dat je niet meer goed kan nadenken (ja, dit is echt zo!). Het maakt hiervoor weinig uit of de pijn gebaseerd is op een misconceptie of niet.

 

Aanmoediging
Het interessante was dat ik juist in mijn proces van zelftwijfel continu werd aangemoedigd om te gaan schrijven. Ik las natuurlijk een aantal boeken over schrijven, wat basaal gezegd een zelfgekozen aanmoediging is om te gaan schrijven. Elke schrijver zegt natuurlijk: ‘ga schrijven. Hoe je je ook voelt en wat je twijfels ook zijn, maak de meters.’ Ze doen dit natuurlijk allemaal in hun eigen woorden, maar de boodschap komt op ongeveer hetzelfde neer. Deze aanmoediging had ik maar mooi in mijn zak.

De aanmoediging om te gaan schrijven kwam echter ook uit hele onverwachtse hoeken. De meest bizarre vond ik persoonlijk Duolingo. Duolingo is een app om, zoals de naam al zegt, een tweede taal te leren. In de coronatijd was ik uit verveling gestart met het leren van een derde taal (Spaans). Ik had wat nodig om mij af te leiden en te vermaken, maar vond geen oplossing in de gangbare ontspanningsopties zoals spelletjes of film(pjes). Ik hou dit altijd maar twee of drie dagen vol en ben daarna helemaal gefrustreerd over mijn zinloze tijdsbesteding. Duolingo was de perfecte oplossing voor mijn probleem: het was niet nuttig (in de zin dat ik alleen Spaans leerde omdat ik het wilde en verder totaal geen doel had) en tegelijkertijd nuttig (in de zin dat ik iets leerde wat nuttig zou kunnen zijn). Heel toevallig moest ik in de tijd dat ik gefrustreerd nadacht over schrijven nieuwe woorden leren die met schrijven te maken hadden. Ik kreeg niet één les, maar ik was twee weken lang aan het oefenen met zinnen, zoals: ‘Cómo se llama la última novela de la escritora?’ (vertaling: Hoe heet het nieuwste boek van de schrijfster?). En ondertussen dacht ik na over de vraag, die soms ook in de jij-vorm werd gesteld.

Vervolgens ontmoette ik in de kerk een man, die zelf ook met schrijven bezig was. Ik had hem nog nooit eerder ontmoet, maar we raakten heel toevallig aan de praat over onder andere schrijven. Als antwoord op de vraag hoe ik mijn tijd met God inrichtte, vertelde ik dat ik onder andere elke dag een uur eerder opstond om tijd te nemen met God en te schrijven (al was dat laatste nu even niet aan de orde en zou het eerste ook niet lang daarna verdwijnen). De man vroeg geïnteresseerd door op het schrijven. Hij bleek zelf ook te schrijven. Sterker nog, hij bleek aan een boek te schrijven waarvoor ik vijf jaar geleden een globale opzet had gemaakt, maar waarvan ik het idee had dat het niet aan mij was om dit boek alleen te schrijven. (En nee, het was niet mijn twijfel over mijn schrijfkunsten die dat zei, maar mijn overtuiging dat het boek vanwege het onderwerp niet door één persoon geschreven kon worden). We hielden contact en besloten dat het tenminste de moeite waard was om te kijken of we het samen konden schrijven. Boem! Kan de uitnodiging om te gaan schrijven concreter worden?

En toch was dit plan niet wat mij over de streep hielp om weer te gaan schrijven. Het was een telefoontje van een vriendin die me stil zette. De vriendin belde op zaterdag aan het einde van de middag, terwijl ik ziek op de bank zat. Ik voelde me zowel mentaal als fysiek verslagen. Ze vertelde enthousiast over haar preek en over haar boek. Zijdelings merkte ze op: ‘en ik moet ook zo vaak aan jou denken. Het is zo belangrijk wat je schrijft! Het is een boodschap die gehoord moet worden! Je moet echt gaan schrijven’. Er spatten een paar zeepbellen vol zelftwijfel voor mijn ogen, waardoor ik weer helder kon zien. Ik had deze vriendin niet verteld over mijn voornemen om dit jaar weer te gaan schrijven. Ze wist dat ik een paar jaar terug bewust had besloten om niet verder aan mijn boek te schrijven, maar ze wist niet dat ik het schrijven weer had opgepakt. Haar woorden kwamen binnen en ik kon niet anders dan geloven dat het goed was dat ik schreef.

 

Teder
Mijn vroegere ‘ik’ zou mij op dit punt voor de kop hebben geslagen: ‘hoe kon je zó dom zijn? Waarom heb je een maand lang je tijd te verdaan met twijfelen? Zie je niet wat voor kostbare tijd je hebt verspild? En hoe miserabel het je heeft gemaakt? Waarom ben je gestopt met schrijven?’. Ik hoor de stem overigens nog steeds. De stem heeft ook een punt. Ik heb tijd verspild aan iets stoms en het heeft me miserabel gemaakt. Ik vertel de stem dat ik het met hem eens ben, maar ik verantwoord me niet langer. Mezelf verantwoorden is even dom als aan mezelf twijfelen. Het verspilt mijn kostbare tijd die ik ook gebruiken kan om te schrijven. Ik heb geleerd om, in elk geval op die momenten, mild te zijn met mezelf. Al realiseer tegelijkertijd ik dat ik nooit in deze problemen was gekomen als ik in de gehele linie wat milder voor mezelf zou zijn.

Ik ben, zoals zovelen van mijn generatie, opgegroeid met de woorden ‘als je je best doet, dan is het goed’. Maar wat is je best doen? Wanneer mag je stoppen met werken? Een taak is zelden af en het kan altijd beter… Als je dan van nature ook nog een (beetje) perfectionistisch aangelegd bent, dan is het dus nooit goed. Je kunt altijd beter je best doen. Deze woorden zorgen uiteindelijk alleen maar voor meer of harder werken, waarbij uitputtingsgevaar op de loer ligt. Combineer het met de gedachte van onbeperkte mogelijkheden, die generatie Y kenmerkt, en tadaa: het ideale recept voor een burn-out. Niks mildheid voor jezelf. En toch… ik voel het knagen. Ik kan bijna niet geloven dat er ouders zijn die hun kind een burn-out toewensen, uitgezonderd dan ouders die hun kind haten (al zullen deze ouders waarschijnlijk hun kind iets ergers toewensen dan een burn-out) en ouders die allang zien dat hun kind overbelast is en hopen dat het kind dit eindelijk eens zal toegeven. Maar verder… nee. Mijn ouders (en de meeste van hun tijdgenoten) waren goede mensen. Ik moet mezelf wel dwingen om te geloven dat ze iets anders, iets wat milder is, met deze uitspraak bedoeld hadden. Wellicht zoiets als ‘doe maar gewoon’ en ‘steek je hoofd niet boven het maaiveld uit’. Of, heel misschien, wilden onze juist dat we mild voor onszelf waren in die wereld van onbeperkte mogelijkheden en kennis. Misschien bedoelden ze wel zoiets als: ‘het is goed om te werken en te proberen om er iets van te maken, maar meer dan dat kun je niet doen. Het resultaat ligt niet binnen jouw gebied van controle’. En dit is waar.

Als ik één ding heb geleerd in mijn leven is dat ik de beste resultaten behaal als ik de uitkomst los laat (met als bijkomend voordeel dat het proces ook nog eens het meeste plezier geeft). Ik bedoel met het loslaten van de uitkomst natuurlijk niet het loslaten van kaders, want die zijn helpend. Als ik een blog wil schrijven, dan ga ik natuurlijk een blog schrijven en geen gedicht (tenzij dat ook voor een blog door kan gaan?!). Ik moet mezelf zelfs nog verder inkaderen door mijn blog een thema te geven, omdat ik anders niet weet waar ik moet beginnen met mijn verhaal. Ik heb kaders nodig. Kaders zijn helpend voor een zinnig uitkomst. Ik kan alleen niet van tevoren zeggen ‘dit wordt de beste blog die ik ooit heb geschreven’ (Ok, in dit geval kan ik dat wel, omdat dit mijn eerste blog is en daarmee zowel de beste als slechtste). Ik kan echter niet zeggen: ‘ik ga een goed leesbare en inspirerende blog schrijven’. Ik kan niet verwachten dat ik goed schrijf. Ik heb geen controle over de uitkomst van het schrijven. Ik kan alleen van mezelf verwachten van mezelf dat ik schrijf. Dit is het enige waar ik controle over heb. Ik kan alleen schrijven als ik bereid ben om het risico te nemen dat ik slecht schrijf. Creëren vraagt om de bereidheid om het slecht te doen. Het resultaat is wat het resultaat is. Ik hoef alleen maar mijn best te doen, oftewel: te gaan schrijven. Dit is goed genoeg.

En toch… ik voel het knagen. Ik heb ook nog genoeg te leren op schrijfgebied. Ik hou ervan om te leren en mijn vaardigheden te blijven ontwikkelen. Ik besef dat ik hiervoor feedback van anderen nodig heb, omdat ik (net als alle andere mensen) mijn eigen blinde vlekken niet kan zien. Maar hoe kan ik feedback van anderen vragen op mijn schrijven en tegelijkertijd geen verwachtingen hebben over het resultaat? Dit is lastig met een groot schrijfproject waar ik midden in zit. Of wellicht beter: onmogelijk. Het is niet voor niks dat (professionele) schrijvers afraden om een werk te tonen voordat het helemaal is geschreven. Ik besluit het advies van deze schrijvers ter harte te nemen en verzin een sluiproute om toch feedback te kunnen ontvangen op mijn schrijven: ik ga een blog te schrijven. Klein genoeg om ernaast te doen en lang genoeg om daadwerkelijk over het schrijven te moeten nadenken.

 

Tot slot
Ik ben weer gaan schrijven. In de vroege ochtend een uurtje aan mijn boek en ’s middags een uurtje of twee aan deze blog. Mijn schrijfmotor staat weer aan. Hij loopt weer soepel en ik geniet!